Bron: Zimmo

Wanneer je woning 12 maanden onafgebroken leeg staat, komt het in de leegstandsinventaris terecht. “Leeg”, dat wil zeggen dat meer dan 50% van het pand niet meer gebruikt wordt overeenkomstig de functie van het gebouw. Zo kan je bijvoorbeeld je woning niet zomaar als stockageplaats gaan gebruiken. Wordt je woning daarbovenop ongeschikt of onbewoonbaar verklaard, dan kom je op een gewestelijke inventaris met ongeschikte of onbewoonbare woningen, en betaal je de fameuze “krotbelasting”. Uiteraard moet je geen twee keer belastingen betalen. Je betaalt óf leegstandsbelasting óf de heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen.

Hoeveel moet je betalen?

Optie 1: wanneer je een leegstandsheffing betaalt

Doordat de leegstandsheffing sinds 2010 een bevoegdheid is van steden en gemeenten, kan de prijs fluctueren. Zo betaal je in Leuven een basisbelasting van 500 euro per kamer of 2.500 euro per woning/ Elk jaar wordt de basisbelasting vermeerderd met x+1, waarin x staat voor de opeenvolgende periodes van leegstand met een maximum van 4. Een lege kamer kost je vanaf het 5e jaar b250 euro in dit geval.

In Antwerpen liggen de basistarieven dan weer op 800 euro per kamer en 2.800 euro per woning, en worden die tarieven vermenigvuldigd met het aantal jaar dat de woning al leegstaat, met een maximum van 5. Wil je dus weten hoeveel jij precies aan leegstandsheffing zou betalen, dan neem je best contact op met je stad of gemeente.

Optie 2: wanneer je krotbelasting betaalt

Werd je woning ongeschikt verklaard, dan wordt vanaf aanslagjaar 2021 een te indexeren basisbedrag van 1.100 euro vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de woning op de lijst voorkomt. P staat voor het aantal periodes van 12 maanden dat de woning zonder onderbreking is opgenomen in de inventaris. Deze factor bedraagt maximum 4. Het geïndexeerd bedrag in 2022 bedraagt 1.150 euro. De berekening is als volgt: B * (P+1) waarbij B het geïndexeerd bedrag is en P het aantal periodes van 12 maanden dat de woning zonder onderbreking opgenomen is in de inventaris.

Opschortingen, vrijstellingen en schrappingen

In bepaalde gevallen hoef je de heffing niet te betalen. De voornaamste reden tot vrijstelling is wanneer het pand je enige woning is dat ook daadwerkelijk dienst doet als je hoofdverblijfplaats. Verhuis je of koop je een tweede woning, dan vervalt ook je vrijstelling.

Andere redenen tot vrijstelling zijn als volgt:

  • Het pand ligt binnen de grenzen van een goedgekeurd onteigeningsplan;
  • Er wordt geen bouwvergunning meer afgeleverd voor het pand omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid;
  • Het pand werd getroffen door een ramp;
  • Er werd een sociaal beheersrecht ingesteld, wat wil zeggen dat het pand tijdelijk in beheer gegeven wordt van een sociale woonorganisatie, zodat die ze kan herstellen en sociaal verhuren;
  • Er werd een renovatiecontract afgesloten;
  • Er is sprake van overmacht. Deze vrijstelling is één jaar geldig.

Voor renovaties kan je ook een opschorting aanvragen. Een tweede reden tot opschorting is het verkrijgen van een zakelijk recht. Wanneer je een leegstaande woning koopt, verwerf je niet alleen het eigendomsrecht maar ook het zakelijk recht. Daarvoor krijg je een opschorting van twee jaar, die aanvangt van zodra de notariële akte verlijdt.

Je kan een vrijstelling of een opschorting aanvragen bij de inventarisbeheerder van jouw provincie. Heb je al een aanslagbiljet in de bus gekregen maar valt jouw woning onder een van de vrijstellingsmaatregelen? Dan kan je via dezelfde weg beroep aantekenen. Staat de woning niet langer leeg? Dan kan je ze laten schrappen uit de inventaris.